Translate

maandag 18 juni 2012


HOOFDSTUK 1: HET OOR
1.1 UITWENDIG OOR

Het uitwendig oor bestaat uit: de oorschelp, gehoorgang en het trommelvlies.

1.1.1 de oorschelp

De oorschelp of auricula is een huidplooi voorzien van kraakbeen. De vorm hiervan is genetisch bepaald. De oorschelp maakt normaal een hoek van 30° met het hoofd en zit excentrisch rond de gehoorgang.
De schelp is met 2 ligamenten aan het slaapbeen bevestigd.

1.1.2 de gehoorgang

De gehoorgang is een buisvormig kanaal dat zich voortzet uit de oorschelp. Het heeft een gemiddelde lengte van 25 mm en een doorsnede van 7 mm. Aan het einde van dit kanaal vindt men het trommelvlies.
In het eerste gedeelte heeft het kanaal een kraakbenige wand, maar wat dieper wordt deze harder. In de gehoorgang monden zweet en talgkliertjes uit, ook haartjes kan men er vinden. De haartjes hebben als functie het overtollige oorsmeer naar buiten te transporteren.

1.1.3 het trommelvlies

Het trommelvlies of membrana tympani sluit de gehoorgang af. Het is een schuin gelegen vlies ten opzichte van de gehoorgang. Het vormt de scheiding tussen het uitwendig oor een het middenoor. Het trommelvlies heeft als functie geluiden in de omgeving om te zetten in trillingen, en deze door te geven aan de gehoorbeentjes. Aan de buitenkant is het trommelvlies met een cutis bedekt en aan de binnenkant met een slijmvlies.

1.2 HET MIDDENOOR

Het middenoor is onderverdeeld in: de middenoorholte, de buis van Eustachius en de gehoorbeentjes: hamer, aambeeld en stijgbeugel.

1.2.1 middenoorholte

De holte waarin de gehoorbeentjes liggen wordt ook wel de trommelholte genoemd en is met lucht gevuld. Deze holte staat door middel van de buis van Eustachius in verbinding met de buitenlucht.

1.2.2 buis van Eustachius

De buis van Eustachius of tuba auditiva vormt de verbinding tussen de middenoorholte en de neus-keelholte.
Normaal is de slijmerige buis afgesloten door elastisch kraakbeen, maar als men geeuwt of slikt gaat er heel even een opening komen. Deze opening komt doordat de slikspieren contraheren.


1.2.3 de gehoorbeentjes

Achter het trommelvlies zijn 3 beentjes gelegen: de hamer, het aambeeld en de stijgbeugel. Deze hebben als functie de trillingen van het trommelvlies door te geven aan het ovalen venster. Dit venster is ook de scheiding tussen het midden en binnenoor.

1.3 HET BINNENOOR

In het binnenoor kunnen we het vestibulair orgaan en het slakkenhuis of cochlea vinden.

1.3.1 het slakkenhuis

De cochlea is een orgaan ter grootte van een erwt en heeft de vorm van een slakkenhuis. In het slakkenhuis kunnen we een lange buis met 3 kamers vinden:
-bovenaan het bovenste kanaal of scala vestibuli,
-onderaan het onderste kanaal of scala tympani
-in het midden ‘de cochleaire holte.
De scala vestibuli en tympani zijn 2 gangen die in het center van het slakkenhuis overgaan in elkaar.
In deze gangen zit een vloeistof: de perilymph.
Tussen deze 2 gangen zit de cochleaire holte, ze is gevuld met een vloeistof namelijk het endolymfe.
Door de trillingen van de stijgbeugel op het ovalen venster zullen er drukgolven in de scala vestibuli komen. De golven worden doorgegeven aan de scala tympani. Als er lage frequenties worden doorgegeven aan het ovalen venster, dan zal de drukgolf over de ganse scala vestibuli worden doorgegeven.

Maar bij hoge frequenties zal de vloeistof in de cochleaire holte trillen. Hoge tonen zullen dus vooraan in de cochlea drukgolven veroorzaken, lage tonen zorgen voor beweging in het center van de coclea.
In de cocheaire holte bevindt zich het orgaan van Corti. Het is een orgaan waarop de haarcellen of Stereocilla staan. Er zijn 2 soorten haarcellen: de binnenste rij en de buitenste. De binnenste rij haarcellen staat op het orgaan, de buitenste ligt in het center van de cochlea en zal bestaat uit 3 tot 5 rijen.
Door de drukverschillen in het slakkenhuis zullen de haartjes op het orgaan van Corti gaan buigen of bewegen. Door die beweging zijn er depolarisaties die via de zenuwbanen naar onze hersenen doorgestuurd worden. Hoe sterker het geluid hoe meer trillingen dat er in het slakkenhuis zullen komen, hoe sterker de zenuwimpuls zal zijn.






HOOFDSTUK 2: HET EVENWICHTSORGAAN (B3,B7)
2.1 BOUW EN WERKING

Het evenwichtsorgaan of vestibulair systeem is een systeem van ons lichaam dat informatie verzamelt over onze bewegingen.
Het evenwichtsorgaan zal samenwerken met het slakkenhuis om zo een functioneel geheel te vormen. Dit geheel wordt het labyrint genoemd.
Aan beide kanten van het hoofd zit er een labyrint.
Alle holtes van het evenwichtsorgaan en van het slakkenhuis samen vormen het vlezig labyrint. Het bot van het vlezig labyrint heet het benig labyrint.
In het vlezig labyrint zit ook het endolymfe. in het benig labyrint zit het perilymfe.


Het evenwichtsorgaan bestaat uit 2 delen: het statolietorgaan en de half cirkelvormige kanalen. Het statolietorgaan neemt lineaire versnellingen waar. In elk labyrint zit het statolietorgaan. Het is onderverdeeld in 2 zakjes: de sacculus en utriculus. Het zintuigepitheel van de sacculus staat verticaal en dat van de utriculus staat horizontaal. Op de haarcellen van de sacculus en utriculus liggen calciumcarbonaatkristallen of statoconia. Als er een versnelde beweging wordt uitgevoerd zullen de statoconia door hun traagheid achterblijven. De haarcellen nemen deze beweging waar en geven een signaal aan de hersenen.
Elk labyrint heeft ook 3 halfcirkelvormige kanalen of canales semicirculares. Het voorste kanaal: canalis semicircularis anterior, het achterste kanaal: canalis semicircularis posterior, het horizontaal kanaal: canalis semicircularis lateralis.

Ze zijn gerangschikt in een driedimensionaal assenstelsel. Aan het uiteinde zit een verdikking, de alpulla genaamd. Het is een groep haarcellen in een geleiachtige massa met een membraan eromheen. De haarcellen worden de cupula genoemd en sluiten de verdikking van boven tot onder af. Als het hoofd een roterende beweging maakt zal de endolymfe vertraagd meebewegen en wordt de cupula van de kanalen geprikkeld.




HOOFDSTUK 3: GELUIDSGOLVEN (A2,A3,B1,B11)
3.1 ONTSTAAN VAN EEN GOLF

Het golfbegrip komt in veel domeinen van de natuurkunde voor. Zo spreken we van watergolven, geluidsgolven, lichtgolven, elektromagnetische golven.
Wanneer er in een middenstof een trilling opgewekt wordt, dan zal elk ander punt van die middenstof na een bepaald tijdsverloop eveneens een trilling uitvoeren. Hoe verder dit punt van de trillingsbron gelegen is, hoe later het zal beginnen trillen. Een trilling die zich in een middenstof voortplant, zal dit dus doen met een eindige snelheid.
Wanneer er zich in een middenstof een trilling voortplant, dan zegt men dat er in die middenstof een golf ontstaat. De golf wordt een lopende golf genoemd. De snelheid waarmee de trilling zich voortplant, wordt de voortplantingssnelheid van de golf of golfsnelheid genoemd.

3.2 SOORTEN GOLVEN
3.2.1 indeling volgens middenstof

- mechanische golven:
Mechanische golven of elastische golven zijn golven die een middenstof nodig hebben om voort te kunnen bewegen. Ze kunnen zich voortplanten door de elastische koppeling die er bestaat tussen de verschillende deeltjes in een middenstof. Voorbeelden van mechanische golven zijn: golven in een veer, seismische golven of geluidsgolven.

- elektromagnetische golven:
Elektromagnetische straling hebben geen middenstof nodig om zich voort te planten. De snelheid in een vacuüm is gelijk aan de lichtsnelheid. Voorbeelden van elektromagnetische straling zijn: lichtgolven, Uv-straling, radiogolven of infraroodgolven. De verschillende soorten elektromagnetische golven worden gerangschikt in het elektromagnetisch spectrum
afb 6: het elektromagnetisch spectrum

3.2.2 indeling volgens trilrichting en voortplantingsrichting

- transversale golven:
Transversale golven zijn golven waarbij de uitwijking van de deeltjes  loodrecht staat op de voortplantingsrichting van de energie van de golf. Voorbeelden hiervan zijn: als men een touw in de lucht brengt en dan een beweging maakt langs één kant van het touw, dan zal de beweging transversale golven vertonen. Ook lichtgolven zijn transversale golven.
  
- longitudinale golven:
Longitudinale golven zijn golven waarbij de trilrichting samenvalt met de voortplantingsrichting. Een geluidsgolf is een voorbeeld van longitudinale golf.

3.3 BEGRIPPEN
3.3.1 golflengte

De golflengte λ is de afstand waarover de storing zich heeft voortgeplant gedurende één volledige trilling van de bron.

Afb 9: de golflengte



Hierbij is λ = v . T              λ: golflengte in m
                                       v: voortplantingssnelheid in m/s
                                       T: periode in s

3.3.2 amplitude

De amplitude is de maximale uitwijking dat een trilling kan hebben ten opzichte van een evenwichtspositie. De amplitude geeft de sterkte van een trilling weer. De amplitude van een luide toon zal dus sterker zijn dan die van een stille.


3.3.3 periode en frequentie

De tijdsduur voor een volledige trilling noemen we de periode. De periode wordt uitgedrukt in seconden (s). Het aantal trillingen per tijdseenheid wordt de frequentie genoemd. De eenheid van frequentie is hertz (Hz).

Ook de golflengte kan men schrijven als:
Het quotiënt van de voortplantingssnelheid en de frequentie.
Zo is de formule:  

λ= v/f               λ: golflengte in m
                        v: voortplantingssnelheid in m/s
                        f: frequentie in Hz of s-1

Men kan stellen dat de golflengte bij een welbepaalde voortplantingssnelheid omgekeerd evenredig is met de frequentie.

Het verband tussen de periode en de frequentie kunnen we weergeven door de formule:

T= 1/f               T: periode in s
f: frequentie in Hz of s-1

3.3.4 snelheid

Een trilling kan zich voortplanten in een medium door de interacties tussen de deeltjes. De snelheid waarmee de trilling zich voortplant is afhankelijk van het soort golf en van het medium. We noemen die snelheid de golfsnelheid. In een homogene stof zijn de interacties in alle richtingen identiek, de grootte van de golfsnelheid is dan in alle richtingen gelijk en constant.
Als de golf zich in de tijd ∆t verplaatst over ∆x, dan is de golfsnelheid gelijk aan:

v= ∆x / ∆t                 v: golfsnelheid in m/s
                        ∆x: verplaatsing in m
                        ∆t: tijdsverschil in s
De golfsnelheid is de snelheid waarmee een golf met golflengte λ en periode T zich voortplant. De grootte van de golfsnelheid is gelijk aan:
|v|= λ/T = λ.f    λ: golflengte in m
                        T: periode in s
f: frequentie in Hz of s-1

Tabel 1 : de geluidsnelheid
Geluidsnelheid
medium
|v| in m/s bij 20°C
Aluminium
5.08 .103
Beton
4.3 .103
Glas
5.2 .103
Hout
1.5 .103
Kurk
0.5 .103
ijzer
5.1 .103

3.4 ENERGIE EN INTENSITEIT BIJ EEN GOLF
3.4.1 definitie

De intensiteit van een golf is de energie die per seconde en per m3 doorheen een doorsnede loodrecht op de golfstralen stroomt op die plaats.

I= P/ As             I: intensiteit in J/ s.m2 of W/m2
                        P: vermogen in W of J/s
                        As: oppervlakte

3.4.2 intensiteit bij geluidsgolven

Tussen de intensiteit van een geluidsgolf en de amplitude van de trilling van de luchtmoleculen op die plaats bestaat volgend verband:


I= 2 2.ρgas.A2.f2.vg
                                I: intensiteit in J/ s.m2 of W/m2
                                   ρgas: dichtheid van lucht in kg/m3
                        A: oppervlakte in m2
                        f: frequentie in Hz
                        vg: geluidsnelheid in m/s


3.4.3 intensiteitsniveau

Men heeft ondervonden dat de luidheid niet evenredig is met de intensiteit van de geluidsgolf, maar met het logaritme van de intensiteit.
Daaruit kunnen we afleiden:

N(dB)= 10 log I/I0
                        N: geluidsniveau in dB
                        I: intensiteit in J/ s.m2 of W/m2
                        I0: gehoordrempel 10-12W/m2


3.4.4 intensiteitsniveau en frequentie

de gevoeligheid van ons oor hangt af van de frequentie van het geluid. Geluid met een frequentie lager dan 20 Hz en hoger dan 20 kHz kunnen we niet waarnemen. Bij 1000 Hz is de minimale intensiteit die je nog kunt horen gelijk aan 10-12W/m2. Dat is de gehoordrempel bij 1000 Hz. Het geluidsniveau bij die intensiteit is 0 dB.
bij 60 Hz ligt de gehoordrempel op 50 dB. dat komt overeen met een intensiteit van 10-7 W/m2. De lijn die het geluidsniveau voor verschillende frequenties weergeeft noemt men een isofoon.


HOOFDSTUK 4: OVERZICHT VAN EEN AANTAL ZIEKTEBEELDEN (B8,B9,B10,B12,B13,B14,B15,B16,B17)
4.1 STOORNISSEN  AAN HET EVENWICHTSORGAAN (B10,B12,B13,B16)
4.1.1 het evenwicht

Een mens krijgt constant informatie over waar hij zich bevindt in de ruimte en over de manier waarop hij aan het bewegen is in een bewegende ruimte. Om al deze informatie te verkrijgen en te verwerken zijn er 3 systemen in het lichaam aanwezig.
Als eerste is er het evenwichtsorgaan: Het bevindt zich in het rotsbeen van het hoofd. Het zorgt voor de stand, veranderingen en de snelheid waarmee het hoofd beweegt.
Als tweede zijn er de ogen:  De ogen zorgen vooral voor de oriëntatie. Ze hebben als enige van de 3 systemen een visuele functie. Ze geven informatie over de positie is van het lichaam ten opzichte van de ruimte er   rondom.
Als derde en laatste is er het diep gevoel van de spieren: Spieren in de nek en benen geven informatie door aan de hersenen. In verband met de  positie van het lichaam is ten opzichte van het hoofd en ten opzichte van de grond.

4.1.2 ziekte van ménière

De ziekte van ménière zal veroorzaakt worden door een niet goed werkend binnenoor waardoor klachten van slechthorendheid , duizeligheid en oorsuizen ontstaan. Het is geen constante ziekte, de symptomen komen in aanvallen. Zo zal een aanval misselijkheid, braken, oorsuizen tot gevolg hebben.
Over de oorzaak van de ziekte is nog weinig bekend. Het zou kunnen beïnvloed worden door: stress, cafeïne, alcohol, slaaptekort, harde arbeid. Het probleem zit in het slakkenhuis. Het endolymfe zou een ophoping veroorzaken in het scala media. Hierdoor zal het membraan van Reissner onder druk komen staan en scheuren. Zo zal de endolymfe vloeistof en de perilymfe vloeistof met mekaar mengen. Hierdoor wordt het evenwichtsorgaan en het gehoor verstoord.


Om te kunnen vaststellen dat de patiënt de ziekte van Ménière heeft moet voldaan worden aan 3 kenmerken: 
- er is sprake van een fluctuerend gehoorverlies aan één of beide oren
- er is sprake van draaiduizeligheid
- er is sprake van oorsuizen

In Europa is het meest voorgeschreven medicijn Betaserc, een anti-histamine. Het blijkt goed te werken en geeft weinig of geen bijwerkingen. Een aantal patiënten neemt deze pillen doorlopend, anderen nemen ze  als ze zich slecht beginnen te voelen. Het kan ook gebeuren dat er operatief wordt ingegrepen maar dit is enkel in 10% van de gevallen omdat het risico op blijvende gehoorschade door de ingreep te groot is.

Er zullen ook maatregelen getroffen worden zoals een  stressarm leven, geen alcohol of cafeïne, minder hard werken,…
Als er een aanval zich aankondigt moet de patiënt rustig gaan liggen en medicijnen nemen tegen duizeligheid. Fel licht moet vermeden worden.
Bij te heftige aanvallen worden kalmeerpillen voor geschreven.

4.1.3 neuritis vestibularis

Neuritis vestibularis is een ontsteking van het binnenoor. De eerste dagen is men zeer duizelig, dit gaat vaak gepaard met braakneigingen.
Op dat moment is het zeer moeilijk om de gewone werkzaamheden uit te voeren. Na deze periode komt een tijd van onstandvastigheid en een onzeker gevoel bij snelle bewegingen van het hoofd. Deze symptomen gaan geleidelijk aan afnemen tot men helemaal niets meer merkt. Vaak hebben patiënten een luchtweginfectie doorgemaakt voor dat neuritis vestibularis optreedt.
De diagnose wordt gesteld door een gehoortest (audiogram) en een evenwichtsonderzoek (VNG). Soms is het zelfs nodig om een bloedonderzoek of MRI-scan te laten doen.
Men vermoedt dat de oorzaak van neuritis vestibularis een ontsteking van het evenwichtsorgaan, de evenwichtszenuw of de evenwichtskernen in de hersenen is.
Er is geen specifiek geneesmiddel tegen de ontsteking. Zoals bij een griep zal de patiënt de eerste dagen moeten doorbrengen in bed en kunnen er eventueel middelen gegeven worden tegen braken en misselijkheid.
Eenmaal dat de symptomen minder worden zal de patiënt zo snel mogelijk moeten gemobiliseerd worden, zodat de klachten sneller verdwijnen.
Deze ziekte kan terugkomen na genezing, maar over het algemeen zijn de klachten van korte duur en is het mogelijk van na enige tijd weer op de been te zijn.




4.1.4 bppd (Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid)

Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid heeft als kenmerk dat er acute duizeligheid optreedt bij bewegingen. De klachten zoals de duizeligheid en misselijkheid zijn van korte duur maar zeer hevig. Zo kan het zijn dat de patiënt zich rechtzet en dat er een zeer hevige duizeligheid ontstaat gedurende enkele tientallen seconden.
De diagnose wordt gesteld door de kiepproef. Het is een evenwichtsonderzoek waarbij het hoofd en de schouders in een zittende houding plotseling naar achter worden getrokken. Hierdoor zal men de BPPD opwekken.
De oorzaak van BPPD is nog onbekend. Het zou kunnen dat het veroorzaakt wordt door loszittende oorsteentjes. Bij bruuske bewegingen zouden de steentjes neerslaan op de zintuigcellen in het evenwichtsorgaan. Dit zal leiden tot korte overprikkeling van de zintuigcellen, met duizeligheid als gevolg. Er zijn 2 methoden voor BPPD te behandelen.

-De Canalith repositiemanoeuvres: door middel van een specifieke handgreep worden de oorsteentjes verplaatst naar een ander deel van het evenwichtsorgaan. Zo kunnen ze niet meer leiden tot overprikkeling.
-Houdingsoefeningen volgens Brandt en Dardroff: het zijn herhalingsoefeningen van rechtop zitten naar zijligging. Door deze oefeningen uit te voeren zullen er geen klachten meer zijn.

4.1.5 labyrinthitis

Labyrinthitis is een ontsteking van het evenwichtsorgaan. Door het ontsteken van de halfcirkelvormige kanalen zullen er evenwichtsproblemen, gehoorproblemen, duizeligheid (vertigo), schokbewegingen van ogen (nystagamus), braken en misselijkheid ontstaan. De oorzaak is grotendeels onbekend, het zou een virus infectie kunnen zijn. Of een andere infectie van het hoofd kunnen zijn, bijvoorbeeld otitis. In de acute fase kan een antibioticum gegeven worden. En ook medicatie tegen misselijkheid kan toegediend worden. De infectie is meestal genezen na 7 tot 10 dagen. Nadien zal er nog een licht evenwichtsprobleem blijven gedurende 5 tot 6 weken.


4.1.6 whiplash

Een whiplash is een letsel aan de nek of rug ten gevolge van een plotselinge gebeurtenis waarbij het hoofd krachtig achteruit bewogen wordt. Bij de whiplash wordt de werking van het evenwichtsorgaan verstoord. Met duizeligheid en misselijkheid als mogelijke gevolgen. In vele gevallen zullen de gevolgen tijdelijk zijn, Soms komt het voor dat het evenwichtsprobleem blijvend is.

4.1.7 acousticus neuronoom

De acousticus neuronoom of brughoektumor is een gezwel dat zich op een welbepaalde plaats van de hersenen bevindt, namelijk de brughoek. De brughoek ligt tussen de spons en de kleine hersenen. In dit gebied lopen een aantal hersenzenuwen waaronder de gehoor en evenwichtszenuw: nervus acusticus. Deze zenuw loopt van de spons tot aan de inwendige gehoorgang. Bij de acousticus neuronoom zal er een gezwel komen op het omhulsel van de hersenen: de Schwann cellen. Meestal is het gezwel goedaardig maar het veroorzaakt wel evenwichtsstoornissen. 

De eerste symptomen van het gezwel zijn lichte evenwichtsstoornissen doordat het gezwel op de zenuwen drukt. Als het gezwel nog gaat groeien zullen de problemen met het gehoor en het evenwicht toenemen.
De diagnose van het gezwel moet het best in een vroeg stadium gebeuren. Door een te grote tumor kan er hersenschade ontstaan.
Ook de  kans op complicaties neemt toe bij grotere tumoren. Door een MRI-scan kan men de tumor vaststellen.
De behandeling heeft als doel schade te voorkomen. Meestal gebeurt dit door een chirurgische ingreep waarbij de tumor verwijderd wordt.
Men kan ook opteren voor stereotactische bestraling. Het is een alternatief voor opereren maar het is altijd mogelijk dat de stralen de hersenen gaan aantasten.

4.1.8 andere

Er zijn natuurlijk nog talrijke andere oorzaken van evenwichtsproblemen. Zo kan het ook bijvoorbeeld veroorzaakt worden door een hersenbloeding of door artrose. Ook een lage bloeddruk kan het evenwicht beïnvloeden. Andere voorbeelden zijn hyperventilatie, reisziekte, aandoeningen aan het gezichtsvermogen, aandoeningen van het zenuwstelsel, stofwisselingsstoornissen, zwangerschapsduizeligheid, vergiftigingen, bewegingsonzekerheid,… 

4.2. STOORNISSEN AAN HET GEHOOR (B8,B9,B15,B17)
4.2.1 wat is gehoorschade?

Door blootstelling aan schadelijke geluiden kan er gehoorschade ontstaan. Meestal gaat het om tijdelijke schade. Men heeft gedurende enkele uren last van een gezoem in het oor of men hoort een tijdje minder goed. Dit fenomeen is een teken dat de haarcellen in het slakkenhuis aan het kapot gaan zijn.

Je zou het kunnen vergelijken met het afknakken van graan bij te harde windstoten. Eenmaal dat de haarcellen zijn afgebroken zullen er in de eerste plaats minder geluidstrillingen omgezet worden naar elektrische signalen. Hierdoor zal de persoon in kwestie minder goed gaan horen. De volgende stap is dat meer en meer haartjes zullen afbreken. Zo zal er steeds minder geluid kunnen waargenomen worden. Tot op het moment dat er geen trillingen meer worden omgezet en de persoon volledig doof zal zijn. Eenmaal dat de haarcellen beschadigd zijn is er geen herstel mogelijk. Een chirurgische ingreep is niet mogelijk omdat de trilhaartjes veel te talrijk en te minuscuul zijn. 


4.2.2 oorzaken

Gehoorschade kan verschillende oorzaken hebben. Het is niet altijd dat iemand gehoorschade heeft omdat deze persoon te lang naar luide muziek heeft geluisterd of te lang is blootgesteld aan veel te luide machinerie. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat op jonge leeftijd gehoorschade optreedt door erfelijke factoren. Gehoorschade kan ook opreden als gevolg van een infectie of de medicijnen om het te behandelen. Ook door stress kan gehoorschade ontstaan. Een chronisch overspannen nek, rug en schouders kunnen oorsuizen en overgevoeligheid teweeg brengen.
De leeftijd van de persoon is ook belangrijk. Hier is het niet het teveel aan lawaai maar de slijtage van de zintuigen. De grootste oorzaak van gehoorschade is echter de langdurige blootstelling aan lawaai. De eerste tekenen van gehoorschade worden waargenomen als de  bekende piep in de oren. Dit wordt tinnitus genoemd.
Bij beginnende gehoorschade gaat de gehoordrempel, het niveau waarop de persoon geen geluid meer waarneemt steeds hogere waarden aannemen.
Oorspronkelijk waren het vooral arbeiders die lange tijd waren blootgesteld aan lawaai die last hadden van gehoorschade.
Momenteel zijn er strenge normen verbonden in verband met bescherming en voorkomen van de schade.
Nu ligt het grootste probleem bij de jongeren. Het percentage jongeren met gehoorschade is momenteel 15%. En dit cijfer blijft stijgen!
De grootste boosdoener zijn de opkomende populariteit van de ipod en andere muziekspelers. Een andere oorzaak is de te luide muziek die wordt gedraaid op fuiven en festivals. Een andere groep van mensen met gehoorschade zijn de motorijders. Niet omdat het gebrom van de motor te luid is maar omdat de luchtstroom die langs de helm passeert een luid gezoem met zich meebrengt.
Tegen een snelheid van 100 km/h kan het gezoef van de wind al snel een sterkte hebben van meer dan 90 dB.

4.2.3 tinnitus

Tinnitus is een vaak voorkomende vorm van gehoorschade. Het wordt ook wel eens fantoomgeluid genoemd. Tinnitus is een rechtstreekse reactie van de hersenen op het blootgesteld worden aan te luid lawaai. Deze aandoening wordt gekenmerkt door zijn constant gezoem of gepiep in de oren. In 95% van de gevallen zal enkel de persoon met de aandoening het gepiep horen.
Soms zal het gepiep enkel hoorbaar zijn als de persoon zich in een stille ruimte bevindt of als hij er zich op focust. In ernstigere gevallen zal de piep zo intens zijn dat er een belemmering van het gehoor optreedt.
De benaming tinnitus komt uit het Latijnse Tinnitus Aurium wat ‘gerinkel in de oren’ betekent.
Er zijn verschillende oorzaken van tinnitus. De voornaamste is het blootgesteld zijn aan lawaai waardoor dat de hersenen constant signalen naar de oren gaan zenden. Onmiddellijk na het horen van zeer sterke geluiden kan men een vorm van tinnitus waarnemen, deze is echter van tijdelijke aard maar het is een waarschuwing voor gehoorschade of blijvende tinnitus. Stress, trauma aan het hoofd, sommige medicijnen als aspirine, cerebrovasculaire aandoeningen, diabetes, chronische middeloorontsteking, ziekte van Alzheimer,…. kunnen tinnitus als gevolg hebben.

4.2.4 hyperacusis

Hyperacusis is een aandoening waarbij de persoon overgevoelig zal reageren op luide geluiden. De oren van een hyperacusis patiënt hebben hun dynamisch bereik verloren. Dit wil zeggen dat ze een sterk verminderd aanpassingsvermogen hebben aan wisselende geluidsterkten. Ze beschouwen dagelijkse geluiden als pijn in de oren. Hyperacusis is geen levensbedreigende aandoening, maar de sociale gevolgen zijn zeer ernstig. Zeker in het begin is het moeilijk voor de patiënt om de gewone dagelijkse dingen te doen. Over de oorzaken van deze aandoening is weinig bekend. Het zou kunnen veroorzaakt worden door: blootstelling aan hard lawaai, hoofdletsel, bepaalde medicijnen, hersentumor, ziekte van Lyme. Het kan ook een symptoom zijn dat optreedt bij ziekten zoals: ziekte van ménière, migraine en autisme.
Wat er juist aan de hand is kan men nog niet met zekerheid zeggen. Maar men denkt dat het een storing zou kunnen zijn in het efferente deel van de gehoorzenuw (het deel dat regelt wat de sterkte is van binnenkomende geluidsprikkels). Een oplossing is er ook niet, enkel contact met lotgenoten en psychische behandeling zou een verzachting van de pijn kunnen tot gevolg hebben.

4.2.5 voorkomen van gehoorschade

Gehoorverlies is een gevolg van schade aan de trilharen van de oren. Aangezien er geen nieuwe cellen worden aangemaakt zullen we er alles moeten aan doen om onze oren te beschermen. De cijfers zijn verontrustend. Zo hebben 15% van de Belgische jongeren heeft schade aan de oren. In totaal zijn er 1,4 miljoen mensen met gehoorschade in België. Per jaar komen er 25000 jongeren bij. Bij sommigen is het zelfs zo erg dat ze op hun 25e levensjaar een gehoorapparaat moeten dragen.
Gelukkig zijn er voldoende producten op de markt om gehoorschade te voorkomen. Zo bestaan er al jaren de gewone oordopjes. Deze zijn zeer goedkoop maar zeker niet minder efficiënt dan duurdere oplossingen.
Ook zijn er de duurdere partyplugs:  het zijn een soort oordopjes die het geluid filteren maar de kwaliteit ervan behouden.


Als men het nog een beetje duurder wil maken bestaan er ook op maat gemaakte oordopjes van zeer goede kwaliteit. Maar het hoeft niet altijd zo opvallend te zijn om je oren te beschermen. Zo is het al zeker zo goed om na een lawaaierige dag enkele uren van de stilte te genieten. Of in plaats van de kleine plug oortjes van een mp3 speler, die het geluid rechtstreeks tegen je trommelvlies knalt, een koptelefoon te gebruiken.
Vroeger kwam het vaak  voor dat er op het werk schade werd opgelopen aan de oren. Gelukkig is de maatschappij geëvolueerd en zijn er strenge maatregelen en geluidsnormen gekomen om deze arbeiders te beschermen.

4.2.6 andere ooraandoeningen

1.barotitis
Barotitis media is een reactie van het oor op plotselinge drukveranderingen. Het kan bijvoorbeeld voorkomen bij duiken of vliegen. Als er te veel druk komt op het trommelvlies gaat het breken, in dit geval spreken we van barotitis.

2.cholesteatoom
Dit is een aandoening van het middenoor. Er zullen huidcellen en oorsmeer ophopen die afkomstig zijn door de invaginatie van het trommelvlies. Normaal zou het smeer en de huid moeten afgevoerd worden door de gehoorgang maar door een slecht werkende buis kan dit proces verstoord geraken. Cholesteatoom  is op zich goedaardig maar doordat er weinig plaats is in het middenoor, kan het op lange termijn ernstige schade veroorzaken tot zelfs doofheid. Omdat de huid en smeer op de gehoorbeentjes zouden kunnen gaan drukken.

3. Chondrodermatitis nodularis helicis
Dit is een pijnlijke ontsteking van het kraakbeen van de oorschelp. Er zijn knobbeltjes zichtbaar op het kraakbeen, soms kan men zelfs zweertjes zien. Dit is een ontsteking zonder micro-organismen. Het ontstaat doordat een persoon op zijn zijkant slaapt en de oorschelp gekneld raakt. Door zo lange tijd te liggen kan het zijn dat het lichaam hierop reageert. Men kan dit verhelpen door het oor te ontlasten tijdens het slapen of de ontstane e blaasjes weg te snijden.

4. middenoorontsteking
Otitis media is een ontsteking van het middenoor. Het komt vooral voor bij kinderen, maar soms ook bij volwassenen. Meestal is er geen behandeling nodig. Antibiotica worden voorgeschreven als de ontsteking blijft. Men kan de middenoorontstekingen opdelen in 2 groepen: de Otitis media acuta en de Otitis media serosa. De eerste is een acute ontsteking door een bacteriële infectie. Men kan het merken aan een uitpuilend trommelvlies of perforatie van het trommelvlies. Er is meestal een tijdelijk verminderd gehoor langs de kant van de ontsteking. De otitis media serosa is een aandoening waarbij de afvoer van vocht belemmerd wordt doordat de buis van Eustachius dicht zit als gevolg van het gezwollen slijmvlies. Wanneer het slijmvlies dan ontsteekt speekt men van een otitis media serosa.

5. myringitis
Myringitis of trommelvliesontsteking kan op zichzelf optreden. Soms zijn er blaren te zien op het trommelvlies. De oorzaak is onbekend, Er wordt verondersteld dat de ontsteking het gevolg is van een virusinfectie op het trommelvlies. Er kan medicatie gegeven worden of pijnstillers.

6. otitis externa
Dit is een ontsteking van de gehoorgang. Het is een van de meest voorkomende oorzaken van oorpijn. De essentie van de aandoening bevindt zich in het oorkanaal. Soms wordt er vloeistof afgescheiden, dan spreekt men van een loopoor. Meestal is de oorzaak het teveel nat worden van de gehoorgang. De remedie is eenvoudig: de oren droog houden tot de ontsteking weg is.

7. Otosclerose
Otosclerose is een abnormale verbening in het middenoor, waardoor slechthorendheid en in extreme gevallen zelfs complete doofheid kan ontstaan. De voet van de stijgbeugel gaat vastgroeien aan het ovalen venster. Hierdoor zullen er minder tot helemaal geen trillingen meer doorgegeven worden.

8. presbyacusis
Presbyacusis of ouderdomsdoofheid is het toenemen van gehoorverlies door het toenemen van de patiënt zijn leeftijd. Het dit zal gebeuren aan beide oren gelijk. Presbyacusis zal voorkomen vanaf 30 jaar, maar de eerste ernstige tekenen zullen pas later tot uiting komen. Vooral mannen hebben last van deze aandoening, omdat ze vaak in luide sites hebben gewerkt. Andere oorzaken zoals verhoogde cholesterol kunnen ook  negatieve effecten hebben op het gehoor.

9. tuba aperta
Bij deze aandoening zal de buis van Eustachius te vaak open staan. Zo zal er te veel lucht gaan naar het binnenoor. Tuba aperta kan herkend worden door tijdens het ademen naar het trommelvlies te kijken. Als deze constant vibreert dan is er sprake van deze ziekte. Meestal zullen patiënten last hebben van duizeligheid. Het kan verholpen worden door bijvoorbeeld trommelvliesbuisjes te plaatsen of door fysiotherapie.